#9 Hoezo duurzaam inzetbaar?
Tijdens een aantal interne lunchgesprekken over Rondde60 bij het RIVM gaat het over duurzame inzetbaarheid, job crafting en een mix & match programma dat medewerkers de mogelijkheid geeft om in overleg met hun leidinggevende een ander werkpakket samen te stellen. Ik vertel over mijn reis rond de zestig en wat ik uit verschillende bronnen heb opgediept. Namelijk dat mensen in de derde levensfase op zoek zijn naar een nieuw evenwicht tussen enerzijds vrij en autonoom zijn en anderzijds ergens bij willen blijven horen. In combinatie met een behoefte om van betekenis te zijn en te blijven. Tot zover de theorie.
In de praktijk blijken mijn leeftijdsgenoten net zo zoekend als ikzelf. Naar een goede balans tussen werk en privé bijvoorbeeld, met aandacht voor hun eigen vitaliteit. Veel reacties gaan over de energiebalans. Op het werk wordt het gesprek daarover nog niet zo expliciet gevoerd, zeggen ze. Ondanks het leeftijdsbewust personeelsbeleid dat ontwikkeld is volgens de laatste inzichten. “Hartelijk dank voor het openhartige gesprek”, is het commentaar in de chat na afloop. Precies waar ik op uit ben met mijn onderzoek naar een zinvolle en betekenisvolle invulling van de derde levensfase. Openhartige en goede gesprekken. Deze lunchlezingen en de reacties die ik krijg op de website en via social media passen er perfect in. Daar word ik blij van.
Sinds ik zelf al een jaar zonder collega’s verkeer, verlang ik naar het clubgevoel van ergens bij te horen. Mijn gezicht dat geen vragen oproept, maar een hartelijk ‘hé Marjolein’, bij mijn verschijnen in de Teams meeting. De gesprekjes bij de koffieautomaat als het straks weer kan. ‘Hoe was je weekend, zijn jullie nog weggeweest?’ Nu moet ik het steeds zelf bedenken en organiseren. Soms ben ik het zat en moet ik me inhouden om niet, in een vlaag van heimwee, ja te zeggen tegen een van de bureaus die zich nog regelmatig melden met interessante interim-opdrachten. Dat zou de makkelijkste weg zijn. Terug naar hoe het was. Ik ging toch juist op onderzoek uit?
Ik ben mezelf als werkgever dankbaar dat ik twee jaar studieverlof heb gekregen en dat ik daar een zinvolle invulling aan mag geven. Ik neem ruim de tijd voor mijn eigen vitaliteit: wandelingetje hier, afspraakje daar en tussendoor lekker lummelen en qigong oefeningen doen. Autonomie en vrijheid hebben het afgelopen jaar ruim baan gekregen. Het is kennelijk tijd om na te denken over hoe ‘ergens bij te horen’ en ‘van betekenis zijn’ er de komende jaren uit gaat zien.
Nu kan ik wel weer beginnen over het gebrek aan rolmodellen en goede voorbeelden, maar zo langzamerhand begint het tot me door te dringen dat ik zelf het rolmodel ben. Dat ik de keuze heb gemaakt om mijzelf twee jaar vrij te roosteren en op onderzoek uit te gaan is voor veel mensen een inspirerende stap. Mijn vrolijke lot is blijkbaar dat ik een pionier ben. Dan voer ik het gesprek over mijn eigen duurzame inzetbaarheid toch gewoon zelf, ga ik lekker mijn eigen perfecte werkgever spelen, bedenk ik.
Hoe mijn volgende bijdrage aan de maatschappij er ook uit ziet, zeg ik tegen mezelf, ik wil duurzaam inzetbaar zijn voor een aarde en een wereld waarin we respectvol, nieuwsgierig en liefdevol met elkaar en de natuur omgaan. Trouwens, ik bén niet inzetbaar; ik zét me in. Een subtiel verschil in passieve en actieve formulering, dat mij al eerder geholpen heeft. Toen ik zelfstandig ondernemer werd, bijvoorbeeld. Hoeveel fijner is het om een factuur te sturen voor geleverde diensten dan een loonstrookje te krijgen van ontvangen salaris. Ook in mijn rol als mentor geef ik het anderen graag mee: als je voorbij je werkgever of opdrachtgever kunt kijken en weet wat je wilt bereiken, waar jij aan wilt bijdragen, voel je je vrij en gelegitimeerd in je handelen. Je werkgever, opdrachtgever of klant is dan je medestander, je fan of het vehikel waarmee jij je (maatschappelijke) doel bereikt.
Nu ik de luxe heb om te kunnen kiezen aan wat of wie ik mijn kostbare tijd en aandacht wil spenderen, mis ik soms de vorm, het stramien of tastbaar resultaat. Leuk hoor dat coachen, inspireren en erover schrijven, maar ik wil ook iets concreets doen! Misschien is dat een oude reflex, zeg ik tegen mezelf. Hoezo telt het pas echt als je er moe van wordt en niet als het moeiteloos gaat. Al die mensen die even aan je keukentafel aanschuiven of zich melden voor een wandeling, komen heus niet alleen voor de gezelligheid. Je rol als pionier rond de zestig inspireert hen! Ik ga het gesprek steeds leuker vinden. En als je iets concreets wil doen, dan ga je het gras maar maaien, hoor ik mezelf mompelen.
Ook met de vraag waar ik dan zo graag vanzelfsprekend bij wil horen, hoe mijn gedroomde community eruit ziet, kom ik weer dicht bij huis uit. Ik ben niet op zoek naar nieuwe collega’s. Ik mis vooral de mensen die mij al kennen, aan wie ik me niet opnieuw hoef voor te stellen. Ineens realiseer ik me dat dat precies is waar ik al mee bezig ben: mijn eigen familie, mijn lieve vrienden en de in de loop der tijd verzamelde dierbare collega’s uitnodigen voor een groot feest bij Terra Meera. Een geweldige plek om het leven te vieren en te genieten van al het moois dat moeder aarde te bieden heeft. Collega-pionier Irena Altejevic zet zich met ziel en zaligheid in voor regenerative farming in haar geboorteland Kroatië. Al vaker tijdens mijn zoektocht kom ik uit bij wat er voor mijn voeten ligt: een ongelooflijk rijke schat aan liefde, creativiteit en vrolijkheid. Doordat ik er aandacht aan schenk, de spotlights op zet en mensen met elkaar in contact breng, doe ik precies wat ik zo graag wil: bijdragen aan een wereld waarin we respectvol, nieuwsgierig en liefdevol met elkaar en de natuur omgaan.
Zie je wel, zeg ik tegen mezelf, alles is er al. Je hebt genoeg boeken over de zoektocht naar de heilige Graal gelezen om te weten dat die gewoon in jezelf zit of in het verhaal dat je erover vertelt. En toch moet je eerst op reis om weer thuis te komen. Tot zover de filosofische conclusie van overpeinzingen bij een prozaïsch polderonderwerp als duurzame inzetbaarheid, dat beleidsmatig goed in elkaar zit, maar de aansluiting met de leefwereld van gewone mensen mist, zoals tijdens de lunchgesprekken ter sprake kwam.
Aukje Nauta, hoogleraar ‘Enhancing individuals in a dynamic work context’ kiest voor een drastische formulering: Wat als je je niet zou schamen voor je gebrek aan ambitie, of juist je tomeloze ambitie? Wat als je niet bang was om op je werk in huilen uit te barsten of te juichen in extase? Hoe kunnen mensen en organisaties schaamte transformeren tot krachtbron voor schaamteloos leven en werken? Met haar theatercollege ‘Schaamteloos leven en werken’ wil ze mensen en organisaties inspireren tot acties voor voortdurende ontwikkeling, voorbij schaamte en beperkingen.
Iets meer schaamteloosheid kan geen kwaad. Ik besluit me de komende tijd te richten op het delen en activeren van wat ik al gevonden heb tijdens mijn reis en niet steeds de nadruk te leggen op het feit dat ik zoekende ben. Dat alleen al geeft houvast.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!