Jet Bussemaker (60), voorzitter Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving en hoogleraar ´Beleid, wetenschap en maatschappelijke impact, in het bijzonder in de zorg´ LUMC/Leiden University College: ‘pak uit dat geschenk!’
Ik was blij met de titel van het advies van de Raad voor de gezondheidszorg en Samenleving: ‘De derde levensfase: het geschenk van de eeuw’. Het rapport bevestigt wat ik al sinds het begin van mijn reis beweer: we kregen in de afgelopen eeuw een levensfase cadeau. We worden ouder en blijven bovendien langer gezond. Hierdoor hebben we na onze pensionering nog een flink aantal jaren voor ons die we naar eigen wens kunnen invullen. “Pak uit dat geschenk!” zegt de voorzitter van die Raad. En dat zegt ze zowel tegen de ouderen zelf, als tegen maatschappelijke organisaties en bedrijven. “Benut en deel die levenservaring en wijsheid.” Via Zoom interviewde ik Jet Bussemaker, net als ik geboren in 1961.
Herken je het beeld dat er zo weinig rolmodellen zijn voor vrouwen op weg naar of in de derde levensfase? Wie zie je als jouw rolmodel?
“Het lijkt me een mooi project waar je mee bezig bent en ik herken ook wel wat je in je eerste columns beschrijft. Voor mij is Hedy d’Ancona een enorme inspiratiebron. We zijn allebei verantwoordelijk geweest voor volksgezondheid en voor cultuur en we zijn allebei uitgesproken feminist. Wat mij aanspreekt is haar geweldige passie. Ze blijft zich uitspreken tegen seksisme en leeftijdsdiscriminatie. Dat doet ze op een gepaste manier vind ik: zelfbewust, maar ook bescheiden. Zij weet de juiste balans te vinden. Je wilt natuurlijk voorkomen dat je op je oude dag nog zo nodig met je gezicht op televisie wilt. We moeten ook ruimte geven aan de volgende generatie. Hedy doet dat voortreffelijk. En ze ziet er nog steeds hartstikke goed uit, ook al kan je heus wel zien dat ze geen vijftig meer is.
Ik moest trouwens lachen om jouw vraag: hoe stap je bewust, elegant en vrolijk de derde levensfase binnen. Ik ben in het voorjaar in de tuin gevallen en heb mijn enkel op drie plaatsen gebroken. Er zitten nog steeds behoorlijk wat ijzeren pinnen in. Sindsdien ben ik gedwongen op lage schoenen of liever sandalen te lopen. Dat voelt voor mij niet zo elegant. Ik hoop echt dat ik op een dag mijn hakken weer aan kan. Verder maak ik me niet zo druk over mijn uiterlijk. Of laat ik het preciezer formuleren: natuurlijk is het belangrijk je goed te blijven verzorgen en de kleding te kiezen die bij je leeftijd past. Ik draag bijvoorbeeld minder zwart. Maar voor mij geen botox of andere lichamelijke verbouwingen. Je mag best zien dat ik zestig ben.”
Hoe gaat het verder met het advies?
“We wilden in januari 2020 het onderwerp agenderen. De derde levensfase is, zoals jij ook schrijft, terra incognita. Zowel voor de maatschappij als voor de gepensioneerden zelf. Dat is waar de Raad het begin van deze fase heeft gelegd, bij de pensioenleeftijd. Toen het advies uitkwam heb ik er in Trouw een paar dingen over gezegd. Natuurlijk is het belangrijk dat we nadenken over hoe we onze derde levensfase willen inrichten. Iedereen moet vooral doen waar hij of zij zin in heeft. Maar uit onderzoek blijkt óók dat 70 procent van de gepensioneerden ‘nuttig wil blijven voor de samenleving’. Dat is een enorm rijk potentieel waarvan op dit moment in maatschappelijk opzicht geen gebruik wordt gemaakt. De overheid gaat zich pas weer met ouderen bemoeien als zij zorg nodig hebben. In ons advies vragen we de overheid meer aandacht te schenken aan dit enorme potentieel van betrokken en gemotiveerde mensen, en tegelijkertijd barrières weg te nemen die hun deelname aan de samenleving in de weg staan.
Het advies is een inspiratieagenda geworden. Als het goed is gaan anderen er mee verder. Dit lukt aardig. Er is veel aandacht geweest en diverse mediaoptredens. Je ziet dat er her en der projecten van de grond komen.”
Ja, ik kwam van alles tegen, onderbreek ik haar, projecten als ‘Power, veerkracht op leeftijd’ of de campagne van VWS: www.dewaardevanouderworden.nl, maar op een of andere manier hebben die allemaal nog wat institutioneels of een sterk welzijnssausje.
Bussemaker glimlacht: ‘ja, het is zoeken en proberen. Wat we willen is dat er over gesproken wordt en dat er een dialoog op gang komt. Ook en vooral met de mensen zelf. Wat willen ze? Waar hebben ze behoefte aan? Vraag het ze. Ik vergelijk het met het enthousiasmeren van vrouwen die in deeltijd werken of het werven van vrijwilligers. We denken bijvoorbeeld dat vrouwen alleen maar parttime willen werken. Maar als je de randvoorwaarden verbetert willen ze vaak graag meer uren werken. Hetzelfde geldt voor vrijwilligers. Organisaties gaan er te makkelijk vanuit dat de vrijwilligers zich wel schikken in het stramien van de organisatie. Terwijl mensen vaak met alle liefde en plezier vrijwilligerswerk willen doen, als het past in hun leven en bij hun belangstelling. Dus draai het eens om.
Zelf heb ik al bedacht dat ik iets op school wil doen, als het zo ver is. Toen mijn dochter klein was had ik daar te weinig tijd voor. Ik vind sowieso dat wij onze kennis en ervaring ook voor andermans kinderen moeten inzetten.
Waar ik enthousiast over ben, zijn projecten waarin zorg en cultuur of sport samenwerken. Heb je Deining in de Duif van PRA Muziektheater gezien? Een groot feest van jonge, oude, professionele en amateurdansers. Ouderen niet als probleemgroep of in een stereotype hulpbehoevende rol, maar als inspirerend onderdeel van een creatief proces. Daar varen zowel de kunstenaars als de ouderen wel bij. Op www.langlevekunst.nl zijn nog veel meer voorbeelden te vinden.
Als Raad trekken we samen op met de Rijksbouwmeester in de WHO-CARES Community of Practice. We spreken met gemeenten over hoe ze wonen en zorg ook in de publieke ruimte kunnen integreren, op een veilige én sociale manier. In Groningen en Den Haag zijn daar al voorbeelden van. Lichte ingrepen in de wijk geïnspireerd op het Japanse Michi No Eki, waardoor goed begaanbare looproutes met halteplaatsten ontstaan. Zo blijven ouderen hun dagelijkse loopje makkelijker maken en wordt de kans op toevallige ontmoetingen tussen verschillende inwoners in de wijk groter.
Het blijft zaak voor organisaties om te beginnen bij de behoefte van de mensen voor wie ze werken of met wie ze werken. Dat is niet voor niets mijn stokpaardje: doe het samen met de mensen om wie het draait en kijk vanuit verschillende perspectieven en disciplines. Juist op dat snijvlak ontstaan de interessantste dingen.”
En jijzelf? Je weet al dat je je als vrijwilliger bij een school gaat melden als je met pensioen gaat. Maar hoe heb je het scharnierpunt naar deze derde fase ervaren? Of hoe ervaar je het nu?
“Het scharnierpunt kwam een paar jaar geleden eigenlijk vanzelf, toen mijn werk als minister stopte. Dan moet je vanaf scratch opnieuw beginnen. Je hebt niets meer. Geen baan, geen verplichtingen en een heel leeg veld voor je. Ik heb daar wel de tijd voor genomen. En ben inderdaad gaan terugkijken. Wat waren de momenten dat ik het erg naar mijn zin had? Een ding was duidelijk: ik wilde meer tijd voor reflectie en schrijven. Ik wilde van meerwaarde zijn en kennis doorgeven aan jonge mensen. Even heb ik nog over een baan in Parijs nagedacht, waarmee ik juist weer wat nieuws zou kunnen leren en een nieuwe wereld ontdekken. Maar het paste niet bij de situatie thuis op dat moment. Ik had in die tijd ook de mantelzorg voor mijn ouders, waar veel energie en tijd in ging zitten.
Uiteindelijk kwam ik terug op inspiratie van vroeger: kennis doorgeven in combinatie met de schat aan ervaring die ik inmiddels in verschillende werelden had opgedaan. Daar wil ik graag iets van teruggeven. Dus in die zin klopt het wel dat je in de derde acte de draden uit acte 1 en 2 bij elkaar brengt. Hoewel ik dat pas achteraf met zekerheid kan zeggen, nu zit ik er nu nog middenin. Ik ga ervan uit dat ik zeker nog een jaar of tien aan het werk ben. Daarna inderdaad die school, of in ieder geval iets voor kinderen die van huis uit niet zoveel kansen krijgen. En soms droom ik van mezelf op een schilders krukje, ergens in mooie heuvels. Puur voor mijn eigen plezier. Niet om te presteren of nuttig te zijn. Gewoon voor de lol zoals het piano spelen dat ik weer opgepakt heb. Je ziet, ik pas volledig in het plaatje van ons eigen advies. De kunst blijft om die match te vinden tussen het geschenk dat jij en ik in de aanbieding hebben en wat de samenleving nodig heeft zonder betuttelend te worden.”