Berichten

#13 De viool van mijn moeder

/
Door de open deur van het Twentse Los Hoes zie ik buiten de gekleurde bladeren speels en licht naar beneden dwarrelen. Een zonnige herfstdag in oktober. Mijn zus en ik staan innig naast elkaar. Het geroezemoes achter ons komt zachtjes tot stilstand. Ik voel de blikken in mijn rug. Sommige mensen praten nog even door. De kist is net gesloten. Wij hebben zojuist de deksel erop gedaan. Mama’s sierraden voorzichtig van haar vingers gehaald en in een fluwelen zakje laten glijden. De herfstgeur van buiten vermengt zich met die van de vurenhouten kist en het wierrookstokje dat nog ergens kruidig brandt. De uitgeprinte tekst voor het in memoriam dat ik straks ga lezen, ligt klaar op de tafel naast ons. Mijn bril in de aanslag. Alleen de viool nog.

“Wees jezelf. Je bent goed zoals je bent.”

/
“Toen ík zestig werd, kreeg ik een viool van jullie”, herinnert mijn moeder zich. Mijn zus en ik hadden haar nog nooit horen spelen. Toch wisten we zeker dat dit haar grootste wens was, omdat de viool altijd een rol speelde in de verhalen die ze ons vertelde. We zochten een mooie uit bij een echte vioolbouwer. Ook nu in het verpleeghuis speelt ze nog dagelijks haar favoriete stukken van Bach, Beethoven en Bruch. Momenten van meditatie en pure gelukzaligheid. Soms wordt er op de muur gebonkt: hou eens op met die herrie! Maar meestal zeggen de mensen: ‘oh wat speelde u weer mooi mevrouw Nagel, ik werd er helemaal vrolijk van’.